Kwaliteit - Ons kindvolgsysteem
Opvang
Op de opvang en in de kleutergroepen wordt het observatiesysteem de ‘Leerlijnen van ParnasSys’gebruikt. Hiermee wordt de ontwikkeling van een kind gevolgd en wordt et ontwikkelverloop van jonge kinderen op diverse ontwikkelgebieden over langere tijd geobserveerd en geregistreerd. Tijdens de gehele opvangperiode wordt een kind door de professionals geobserveerd en twee keer per jaar wordt er een digitale registratie gemaakt. Na de observatie bespreekt de professional het ontwikkelverloop met de ouder(s).
Net als bij het kindvolgsysteem dat voor de oudere kinderen wordt gebruikt, is het belangrijk om het gehele kind te zien en vooral te kijken naar zijn eigen ontwikkeling. Bij het invullen van de registratie wordt naast de ontwikkelgebieden taal, rekenen, motoriek, sociaal-emotioneel en zelfredzaamheid ook de betrokkenheid van een kind meegenomen. Dit is een essentiële voorwaarde om tot ontwikkeling te komen.
Onderwijs
De vorderingen van alle kinderen worden regelmatig getoetst. Hiervoor worden methode gebonden toetsen en niet-methode gebonden toetsen gebruikt. De niet-methode gebonden toetsen zijn de Leerling in Beeld-toetsen op de onderdelen spelling, rekenen en wiskunde, technisch lezen en begrijpend lezen. De scores van deze toetsen laten zien hoe de prestaties van de kinderen zijn ten opzichte van de landelijke normering. De resultaten worden vastgelegd in een kindvolgsysteem. Aan de hand van deze gegevens worden er analyses gemaakt om het onderwijsaanbod aan de kinderen te verbeteren.
Kinderen volgen in hun ontwikkeling
Vanaf de eerste tot en met de laatste dag dat het kind onderwijs volgt, wordt er bijgehouden hoe het met het kind gaat. Soms is het noodzakelijk gedurende een bepaalde tijd speciale aandacht aan het kind te schenken.
De resultaten van de methode en niet-methode toetsen worden geregistreerd in het administratiesysteem ‘ParnasSys’. De stappen die genomen worden om kinderen met speciale behoeften te begeleiden, wordt zorgverbreding genoemd.
Van de professionals wordt, ten behoeve van kinderen met speciale behoeften, verwacht dat zij:
- Signaleren.
- De leerstof waar nodig aanpassen en dit vastleggen in het groepsplan.
- Contact leggen met de ouder(s).
- Overleg hebben met de intern begeleider.
- Toetsen afnemen.
- Kindvorderingen bijhouden.
- Iedere zes weken een gesprek voeren met de ouder(s.)
De groepsbespreking vormt de basis van de zorgverbreding. De begeleiding van kinderen met speciale behoeften verloopt volgens een vast traject. De coördinatie hiervan ligt bij de intern begeleiders Lisanne Hoogenboom en Robin Alderlieste. De IB’er heeft namens De Meander contacten met externe deskundigen.
De taken van de intern begeleiders zijn:
- Het coördineren van de kindzorg
- Het zorgdragen voor de kinddossiers.
- Het afnemen van bijzondere toetsen.
- Het interpreteren van toetsuitslagen.
- Het ondersteunen van de leerkracht.
- Het houden van groeps- en kindbesprekingen.
- Het bijhouden van de orthotheek.
- Het onderhouden van externe contacten.
Van de ouder(s) wordt, ten behoeve van kinderen met speciale behoeften, verwacht dat zij:
- Op advies van het kindcentrum het kind ondersteunen bij extra werk voor thuis.
- De leerkrachten en intern begeleider informeren over ontwikkelproblemen die in de familie voorkomen, zoals dyslexie en dyscalculie.
- Het kindcentrum op de hoogte houden van externe begeleiding die een kind krijgt.